Opdrachtgever: | Rijkswaterstaat WVL |
Periode: | 2017-2018 |
Werkveld: | Effectiviteit van KRW-maatregelen |
De ontwikkeling van de macrofauna in de rijkswateren (rivieren en meren) wordt door experts niet gunstig beoordeeld; het percentage waterlichamen dat uiteindelijk in 2027 ‘goed’ scoort op de KRW-maatlat wordt niet hoger geschat dan ca 60%. Daarmee is de macrofauna het zwakst scorende element van de biologische beoordeling in de rijkswateren. Uit de KRW-beoordeling over de periode 2005-2017 blijkt dat er vrijwel geen verbeteringen worden waargenomen in de toestand van de macrofauna in de diverse waterlichamen. Dit ondanks het feit dat er in deze waterlichamen verschillende KRW-maatregelen, zoals de aanleg van nevengeulen en verontdiepingen, zijn uitgevoerd om de toestand van macrofauna te verbeteren. Om meer inzicht in deze discrepantie te krijgen heeft Rijkswaterstaat een consortium van RHDHV, Waterfauna Hydrobiologisch adviesbureau en Ecofide gevraagd om het gehele proces van monitoring en beoordeling aan een nadere studie te onderwerpen.
In dit onderzoek is gekeken naar de vraag of het huidige MWTL-meetnet voldoet voor wat betreft de gewenste nauwkeurigheid en gevoeligheid, maar ook of de toegepaste bemonsterings- en analysetechnieken goed aansluiten op de KRW-maatlat. Ook de KRW-maatlatten zijn nader bestudeerd en er zijn voorstellen gedaan om de maatlatten van de rivieren zo te veranderen dat deze meer recht doen aan de uitkomsten van de internationale kalibratie. Ten slotte is aandacht besteed aan het proces zelf door de hele keten van meetplan tot en met de beoordeling tegen het licht te houden