Opdrachtgever: | Consortium van internationale industrie |
Periode: | 2015-2016 |
Werkveld: | Ecotoxicologisch onderzoek |
Bij de normstelling van stoffen wordt onder andere gekeken naar de beschikbare ecotoxicologische gegevens. Zeker als er maar weinig gegevens voor een stof aanwezig zijn, leidt dit tot onzekerheid over de ecologische effecten. In de Europese Richtlijnen voor het afleiden van waterkwaliteitsnormen (EQS) wordt daarom beschreven wanneer men veiligheidsfactoren moet toepassen en hoe groot die dan moeten zijn. Het uitvoeren van chronische testen met meerdere soorten maakt het gebruik van SSD’s (Species Sensitivity Distributions) mogelijk en verkleint de benodigde veiligheidsfactoren. Om resterende onzekerheden verder te verkleinen is het uitvoeren van mesocosms een mogelijkheid.
Ook bij lopend onderzoek naar de effecten van oliemengsels maakt met gebruik van mesocosms. Een van de problemen hierbij is de manier waarop men de olie aan het water toevoegt. Voor een homogene verdeling wil men goed kunnen mengen. Als men echter te hard mengt, test men niet alleen de effecten van opgeloste oliefracties maar ook de meer fysische effecten van kleine oliedruppels die zich tijdens het mengen vormen. Om de effecten hiervan te bestuderen heeft Ecofide in samenwerking met het IVM een vergelijkend onderzoek uitgevoerd. Hierbij werd de chronische toxiciteit van een oliemengsel onderzocht op de alg P. subcapitata, watervlo D. magna, vlokreeft H. azteca en mug C. riparius, waarbij de testmedia werden bereid middels een zogenaamde WAF-methode (Water Accommodated Fraction; lage energie) en een Ultra Turrax (hoge energie).