Opdrachtgever: | RIVM |
Periode: | 2014 - 2015 |
Werkveld: | Ecotoxicologie |
Bij het opstellen van waterkwaliteitsnormen worden de effecten van een stof op de sterfte, groei of voortplanting van organismen beoordeeld. Hoe lager de concentratie waarbij deze effecten optreden, hoe lager de waterkwaliteitsnorm komt te liggen. In de Europese regelgeving is ook vastgelegd dat effecten van een stof op andere parameters, zoals de zwemsnelheid, het voedsel zoeken of de manier waarop individuen onderling op elkaar reageren niet worden beoordeeld. De reden hiervoor is dat deze gedragsparameters geen directe link hebben met een effect op de populatiedynamiek. Tegelijkertijd kan men bij deze werkwijze ook vraagtekens zetten. Zo maakt een lagere zwemsnelheid de kans op het ontsnappen aan een predator kleiner. Dit geldt voor alle stoffen, maar meer specifiek ook voor geneesmiddelen als prozac (fluoxetine), diazepam en oxazepam, die specifiek zijn ontwikkeld om het gedrag van mensen te beïnvloeden. Normstellers maken zich daarom zorgen of de normen wel voldoende beschermend zijn of de huidige werkwijze niet ter discussie gesteld moet worden.
In opdracht van het RIVM heeft Ecofide een literatuurstudie uitgevoerd waarin de wetenschappelijke ontwikkelingen op dit terrein zijn samengevat. In deze studie is vooral aandacht besteed aan de vraag of effecten op het gedrag van organismen zijn te relateren aan populatiedynamiek. En zo ja, voor welke typen gedrag en/of type organismen dit in voldoende mate is aangetoond. Op theoretische gronden wordt zo´n relatie vaak gesuggereerd, maar als dit ook in wetenschappelijk onderzoek is aangetoond, zou dit een argument zijn om in de toekomst effecten op gedrag van organismen in de normafleiding op te nemen.