Opdrachtgever: | Waterdienst |
Periode: | 2009 |
Werkveld: | Hydrobiologische monitoring en onderzoek |
In Nederland wordt er binnen meerdere kaders en organisaties gewerkt aan een zo duurzaam mogelijk gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Het gezamenlijke doel is te komen tot een set toegelaten middelen die én effectief zijn én tevens geen nadelige effecten op het ecosysteem veroorzaken. Men heeft echter ook te maken met onzekerheden. Onzekerheden in de risicomodellen maar ook onzekerheden over het daadwerkelijke gebruik. Vanuit de waterkwaliteitsbeheerder is er daarom een behoefte om te toetsen of het geheel van toelatingsprocedures en Good Agricultural Practice (GAP) inderdaad leidt tot een situatie, waarbij er geen ongewenste effecten op het leven in de sloten optreden. Als eerste aanzet in de afweging om tot een dergelijk toetsingskader te kunnen komen, heeft Ecofide een analyse uitgevoerd van de voor- en nadelen bij het gebruik van hydrobiologische monitoring, en deze geïllustreerd met een tweetal praktijkvoorbeelden.